Een nieuw begin

Jarenlang droomde ik over het moment dat ik eindelijk in Italië zou gaan wonen. Het zou meteen als een thuis voelen, zo dacht ik. De zon zou elke dag door de pijnbomen schijnen, de Italiaanse nonne zouden me bij naam kennen en op lange avondwandelingen zou ik af en toe per ongeluk aan de voet van een verlaten monument staan.

Het was midden augustus toen ik voor het eerst voet zette in Rome, de stad die voor een half jaar mijn thuis zou worden. Zes maanden lang zou ik me op de universiteit gaan verdiepen in de geschiedenis, omdat, zo vond ik, er geen beter onderwerp was om me in de eeuwige stad mee bezig te houden. De droom die ik zo lang had gekoesterd zou eindelijk uitkomen.

Ik liet mijn spullen achter in de kamer die ik voor de komende maanden had gehuurd – vier muren en een krakende hoogslaper – en besloot de wijk te gaan verkennen. Ik was goed voorbereid. Ik had een overwinning geboekt op de Italiaanse bureaucratie door de Codice Fiscale op tijd te regelen en was al enkele jaren bezig met Italiaans leren. Beide feiten waren het gevolg van langdurige discipline en doorzettingsvermogen. Zo slenterde ik door Trieste, de wijk waar ik zou gaan wonen en ik voelde mij een Romein. Ik was een Romein.

Het enige probleem is dat ik dat niet was. Zoals elke Romein weet, is het niet de moeite waard om midden augustus in de stad te blijven. Tussen elf en vijf is het te warm om je op straat te vertonen, de winkeltjes en barretjes zijn hermetisch afgesloten omdat de eigenaren zich bruinen op de stranden en de straten slibben dicht met de hordes toeristen die op sandalen de hitte trotseren. Ik stond voor de harde realiteit, die mij vertelde dat jezelf een Romein vinden, je nog geen Romein maakt.

Enkele weken later begon de universiteit dan eindelijk. Inmiddels was ik genezen van mijn zelfvertrouwen en liep ik wat zenuwachtig met mijn rugzakje door het park. Voor het eerst in drie jaar zou ik ergens weer helemaal opnieuw beginnen.

De campus van Luiss Guido Carli, een private universiteit aan de zuidkant van het park Villa Ada, is ingericht om de studenten zoveel mogelijk van dienst te zijn. Er staat een deftige villa, waar de lichtgroene luiken de hele dag open staan en de zalen volhangen met versleten zwart-wit prenten van de Romeinse architectuur. Je kunt er college volgen in een oude kerk of studeren in de botanische tuinen.

Je kunt er echter ook verdwalen. Met vanzelfsprekende doelbewustheid slenterden de studenten langs me heen over de campus. Niemand leek haast te hebben, zelfs al begon de les over twee minuten. Na een zoektocht die langs alle vijf verdiepingen van het gebouw leidde, vond ik dan eindelijk lokaal A203-b, waar professoressa Carrucci al achter haar bureau zat. Ik nam plaats tussen de Italiaanse studenten, die met een verlangende zucht de zomervakantie nabespraken.

Professoressa Carrucci kuchte in haar microfoon en langzaam vielen de gesprekken stil. Ze verstelde de zonnebril op haar hoofd en trok haar linnen blouse nog eens recht, de parels in haar oren schudden zachtjes heen en weer. Hier zat een vrouw die de geschiedenis serieus neemt, zoals ze het meeste in het leven serieus neemt. De klas wachtte in spanning af om te horen wat ze ging zeggen.

“Welkom,” zei ze, “bij weer een nieuw begin.” Ze liet haar hooghartigheid barsten tot een glimlach op haar lippen verscheen en ik bedacht me dat dit inderdaad nog niet mijn stad was, maar dat dat voorlopig niet uit hoefde te maken. Hier kende nog niemand mijn naam en mocht ik voor het eerst in tijden mijn leven weer zelf inrichten. De professoressa had gelijk: het was tijd voor een nieuw begin.

Tim Kobussen heeft het Maastrichtse studentenleven ingeruild voor een uitwisseling van zes maanden in Rome. Hij zoekt uit hoe het is om als Nederlander te studeren in Italië.

 

Nieuwsbrief

Advertentie

Bezoek Italië, Emilia Romagna

instagram