Lieve…

De weg naar Rome

Midden in november schijnt de zon nog steeds rijkelijk en staan de kaasjes regelmatig op tafel te zweten tussen de wijn. Wanneer de temperatuur eens een graadje onder de twintig komt, worden de winterjassen en sjaals angstig uit de kast getrokken. De bomen laten bijna beschaamd wat bladeren vallen en de eerste docenten durven voorzichtig wat huiswerk mee te geven. Er valt wel wat voor te zeggen, dat dolce vita.
Na drie maanden begon ik, geheel tot mijn verrassing, ook dingen uit Nederland te missen. De wind door je haren als je fietst, knus samenzitten rond de haard en een werkend postsysteem.
Mijn vriendin en ik hadden het idee opgevat om elkaar brieven te schrijven. Wat is er immers romantischer dan een handgeschreven brief die per bus, trein en boot het continent doorkruist, om in Nederland uiteindelijk met een zucht op haar deurmat te stranden?
Niets, zo lijkt me.
Met geslepen pen ging ik in de weer. Ik zocht mooi, dik papier uit en mooie, lieve woorden. Ik schaafde aan mijn boodschap, zonder dat ik daarbij de moeite nam om beknopt te zijn. En toen het klaar was, likte ik de envelop dicht en plakte de postzegel erop waarvan de man bij de Tabaccheria mij had verteld dat het de juiste was. De brief kon op de bus.
Het Italiaanse postsysteem is berucht om zijn trage werkwijze. Ik maakte me daarom weinig zorgen toen mijn brief na enkele weken nog niet was aangekomen. Pas toen ik op een dag de brief op mijn eigen deurmat vond, begon ik te vermoeden dat er iets was misgegaan.
Ach, dat hoefde niet uit te maken. Soms gaan die dingen zo in Italië en moet je het gewoon stoïcijns nog een keer proberen. Daarbij had ik het adres op de verkeerde plek geschreven en dus was het welbeschouwd mijn eigen schuld. Mijn generatie heeft helaas nooit geleerd post te versturen.
Ik stopte de brief in een nieuwe envelop, schreef het adres op de juiste plek en ging naar het postkantoor. Bij de Poste Italiane is het altijd een gezellig komen en gaan van mensen. Het postkantoor in Italië is niet alleen bedoeld om brieven en pakketjes te versturen, maar ook om financiële zaken te regelen, de verzekering in orde te maken en met een kopje koffie eens rustig kennis te nemen van de mislukkingen in het leven van de buurvrouw. Ik moest veertig minuten wachten.
Toen ik eindelijk aan de beurt was, vertelde ik in mijn beste Italiaans dat de vorige brief niet was aangekomen en dat ik toch eigenlijk wel zeker wilde weten dat het ditmaal beter zou gaan.
Ja, hoor. Dat zou allemaal wel goedkomen. “Postzegeltje erbij doen?” Ja, voor de zekerheid toch maar doen. Ik kreeg een belastingformulier en verzekeringsaanbod mee en de vrouw bij het loket zou de brief regelen. Met een gerust hart ging ik naar huis.
Het duurde drie weken voor ik zeker wist dat de bief niet meer zou aankomen.
Alleen voor de liefde wilde ik het nog een laatste keer proberen. Ik herschreef de brief en zorgde dat alles perfect in orde was. Ik ging vroeg naar het postkantoor – zodat ik ver voor de lunchpauze arriveerde – en legde, na een uur te wachten, mijn probleem voor aan een andere vrouw achter de balie. Ze verzekerde me dat ze het allemaal wel even zou oplossen. Zeker tien minuten was de vrouw bezig met haar diepgravende onderzoek. Na alles gecontroleerd te hebben, legde ze de brief op de weegschaal en daar kwam eindelijk het probleem boven tafel. De brief was vijf gram te zwaar.
“Wilt u nog even twee euro bijbetalen?”
Dat wilde ik wel. Zolang die brief maar aan zou komen. Twee weken later kreeg ik dan eindelijk bericht uit Amsterdam. “Mooie brief, Tim. Ik wacht nu al op de volgende.”
Ik adem twee keer diep in en ga weer op zoek naar la dolce vita.

Tim Kobussen heeft het Maastrichtse studentenleven ingeruild voor een uitwisseling van zes maanden in Rome. Hij zoekt uit hoe het is om als Nederlander te studeren in Italië.

 

 

Nieuwsbrief

Advertentie

Bezoek Italië, Emilia Romagna

instagram