Oorverdovende ode

Het is onwerkelijk stil in het dorpje tussen de heuvels van de Valle di Lanzo. Alle 608 inwoners van Pessinetto zijn blijkbaar al binnen op deze warme lenteavond. De kinderen zijn op schoolreis en dus hebben Donatella en ik een leuke bed and breakfast en een paar fietsroutes uitgezocht. Een beetje rust is precies wat we nodig hadden. We zijn net ingecheckt, wanneer ik uit mijn stoel opveer. Het lijkt alsof er naast mijn oor iemand op een gong staat te rammen. Ik stap het balkon op en kijk recht op de plaatselijke kerktoren. Negen galmende klappen op de kerkklok. Na een minuut wordt de klok nogmaals geluid, voor wie het oorverdovende lawaai vlak daarvoor had gemist. Zo gaat het elk uur, van zes uur ’s ochtends tot tien uur ’s avonds. Die dubbele portie klappende klepels intrigeert me. Waarom, in godsnaam, zou je bijna zeggen? De kerkklok is tot ver buiten de dorpsgrenzen prima te horen. Bij het ontbijt leg ik mijn prangende vraag aan twee dorpsbewoners voor. Beiden hebben de klok wel horen luiden, maar weten niet waar de klepel hangt.

Tijdens onze fietstocht naar de Colle del Lis krijg ik de kerkklok niet uit mijn hoofd. Bij elk dorp doemt er weer een klokkentoren op, trotse bewakers van tijd en geloof. Dat laatste is een aflopende zaak, want ook Italianen gaan steeds minder naar de kerk. De prachtige gebouwen blijven, maar hun rol verandert. Twintig jaar geleden studeerden Donatella en ik in Siena al in een chiesa sconsacrata, een ontwijde kerk. Ik zie de bibliothecaris nog voor me, terwijl hij vanaf het altaar de studiegemeenschap streng in de gaten houdt. Op lange fietstochten neem ik regelmatig een kijkje in een verlaten kerkje van een uitgestorven gehucht. Donkere, koele ruimtes zijn het, die uitnodigen om even tot rust te komen. Plekken waar meer toeristen mediteren dan dat er lokale bewoners bidden. Het geloof loopt terug, maar het leven wordt nog steeds rond de kerktoren, symbool van culturele identiteit en regionale trots, gevierd.
Het schilderachtige landschap van Italië telt tienduizenden kerktorens. Hoofdstad Rome neemt in zijn eentje al negenhonderd kerken voor zijn rekening. Van de sierlijke gotische torens van Milaan tot de rustieke schoonheid van de Toscaanse klokkentorens, het is moeilijk om Italië zonder deze markante herkenningspunten voor te stellen. Iedere kerk of dom heeft zijn eigen verhaal, dat door de eeuwen heen in steen is vastgelegd. Dat geldt ook voor de majestueuze Duomo van mijn Florence, wiens adembenemende koepel de skyline domineert.
Achter de dom vind je een witte cirkel in de bestrating, een subtiele verwijzing naar 1601. In januari van dat jaar raasde
hevig onweer over de stad waarbij de top van de koepel door bliksem werd geraakt. De beroemde vergulde bronzen bal met kruis rolde over het dak naar beneden. Hij kwam precies op de plek van de marmeren cirkel terecht die miljoenen toeristen steevast negeren. Bij de vergulde bal moet ik ook aan Leonardo da Vinci denken.
Andrea del Verrocchio maakte het object, maar waarschijnlijk heeft Leonardo er als leerling in zijn werkplaats aan meegewerkt. Ik vind het wel een leuk detail dat Bernardo Buontalenti, de architect waar het palazzo waar ik in werk naar is genoemd, ervoor zorgde dat de bal met kruis sinds 1602 weer boven op de koepel glinstert.
Een paar dagen fietsen en vele kerken en kappelletjes verder halen Donatella en ik de kinderen weer op. Nog steeds hebben we geen idee waarom de klok van Pessinetto twee keer vlak na elkaar slaat. •

Nederlander Roeland Scholtalbers verhuisde na 13 jaar Brussel terug naar Italië en pendelt tussen Turijn en Florence. Samen met zijn Italiaanse vrouw Donatella, zoontje Libero en dochter Gloria herontdekt hij de geneugten van het Italiaanse leven.

Nieuwsbrief

Advertentie

Bezoek Italië, Emilia Romagna

instagram