Hemel of hel

Rosita Steenbeek

Meestal neem ik de verborgen onderdoorgang wanneer ik naar de markt op de Campo de’ Fiori ga of ervan terugkom met een tas vol groente en fruit. Zo snijd ik een stukje af en die schemerige tunnel blijft bijzonder met de schilderingen van bloemenguirlandes en de Madonna die een oogje in het zeil houdt. Al jarenlang groet ik de man die er een kleine werkplaats heeft die half verborgen ligt onder de grond. Hij repareert houten en metalen voorwerpen.
Op een dag raken we aan de praat. Massimo is in deze buurt geboren en getogen. “Als kinderen sprongen we in de fonteinen op de Piazza Farnese. Niemand zei er wat van.”

Dat had ik ook wel gewild, een duik in die enorme badkuipen uit de thermen van Caracalla. Als Massimo hoort dat ik schrijf, onder meer over deze stad, reageert hij geestdriftig. Al jaren werkt hij aan een boek over Rome. Hij stelt voor om de volgende dag een pizza te gaan eten, alla romana wat hetzelfde betekent als going Dutch.
We ontmoeten elkaar bij zijn werkplaats. Zoals elke avond sluit hij de onderdoorgang af met een hek. Terwijl we naar de pizzeria wandelen wijst hij op details in gevels die ik eerder niet zag, zoals gebeeldhouwde kopjes van kinderen boven de deur van een voormalig weeshuis. We steken de brede Corso Vittorio Emanuele over die aan het eind van de 19de eeuw werd aangelegd. “De oude straten lopen aan de andere kant van de weg door”, vertelt hij.
In de pizzeria zijn de houten tafeltjes gedekt met wit papier. Het is tamelijk druk. Aan het tafeltje naast ons zit een
magere heer van begin zeventig, met een ernstig gezicht. Hij bestelt een pizza en een glas bier. Wij doen hetzelfde.
Massimo wil meer weten over Julia, de dochter van keizer Augustus, in wie ik me verdiep. Ze werd geboren te Rome in 39 voor Christus. Onze buurman kijkt even opzij.
“Ik ben vooral geïnteresseerd in de periode 1480-1550”, zegt Massimo, wat opnieuw een blik oplevert van de man. “Toen Rafaël hier rondliep, Leonardo da Vinci, Michelangelo. Ik heb pech dat ik in Rome ben geboren, daarom kan ik nooit op reis. Hoe kun je deze stad verlaten?”
“De dag dat ik op de trein naar Rome stapte is de miserabelste van mijn leven”, reageert onze buurman.
Massimo kijkt verbouwereerd.
“Waar stapte u in de trein?” vraag ik.
“Bij het Lago di Garda.”
“Prachtig.”
“Om in deze hel te belanden.”
“Rome?”
“Ja, het is hier een zootje. In alle opzichten.”
Massimo wil de man die hij duidelijk voor gestoord houdt negeren en begint tegen mij vol vuur over de grootheid van Michelangelo en Leonardo da Vinci.
“Salvator Rosa is veel beter”, bromt de man waarna hij de ober wenkt.
“Ik wil nog een pizza. Deze heeft me teleurgesteld.”
Hij vond hem te dun. Gewoonlijk gaat hij naar de beroemde pizzeria Da Baffetto maar die was dicht. “Ik leef al veertig jaar in oorlog met de baas maar zijn pizza’s zijn goed. Ze hangen over de rand van het bord en bevredigen mijn boulimische behoeften.”
Massimo wil verder praten over de periode 1480-1550 maar ik ben een beetje afgeleid. Ook de tweede pizza maakt de heer zonder moeite soldaat. Uit een pakje sigaretten haalt hij een tandenstoker.
“Gaat u mee naar de Piazza Navona?” vraagt Massimo vriendelijk: “Ik wil haar een paar bijzonderheden laten zien.”
“Alsjeblieft niet! Dit was een grappige ontmoeting en daarna vergeten we elkaar weer.”
Bij ons vertrek geeft hij me achteloos twee kaartjes die ik in mijn tas laat glijden.
Pas bij thuiskomst bekijk ik ze.
Behalve architect en kunsthistoricus blijkt hij Secretaris-Generaal te zijn van de Accademia di San Luca! Het roemruchte in 1577 opgerichte kunstenaarsgilde waarvan alleen de allergrootsten lid konden worden. Ooit drong ik binnen in het statige Palazzo Carpegna bij de Trevifontein, waar het gilde zetelt. Daar wilde ik het portret zien van de Amersfoorter Van Wittel die Vanvitelli werd, een van de zeer
weinige niet-Italiaanse meesters die toe mochten treden. •

Schrijfster Rosita Steenbeek verhaalt over haar dagelijkse leven in Italië.

Nieuwsbrief

Advertentie

Bezoek Italië, Emilia Romagna

instagram