Leve de apericena!
Roeland Scholtalbers
“Wat is dat, apericena?” Een recent in Italië gearriveerde collega vraagt om opheldering als iemand oppert om wat te gaan eten. Welnu, apericena is een goddelijk compromis tussen aperitivo en cena. Het lichtvoetige en benevelende van een aperitief, gecombineerd met de substantie van een diner. Het beste van twee werelden.
Je kunt verliefd worden op Italië bij het zien van de gesluierde maagd van Strazza of de portretten van Modigliani. De dom van Florence is net als de muziek van Jovanotti, Gianna Nannini of Vivaldi ook niet verkeerd. Vespa’s en Moto Guzzi’s zijn prachtig, cipressen aan zee, zonnebloemen en zoete kersen… er zijn ontelbare redenen om van dit prachtige land te houden. Maar ik nomineer de onvolprezen apericena bij deze voor een eervolle vermelding.
Als op vrijdagavond de kantoren leeglopen, is hier de meest gehoorde vraag: che ci beviamo? Wat drinken we? Keuze te over wanneer de klok aperitief slaat. Vermouth (inderdaad Martini, maar er is veel meer onder de vermouth-zon, zoals Cocchi of Carpano) staat bekend om zijn eetlustopwekkende kwaliteiten. Dit drankje zag in 1786 in Turijn het licht, waarmee het aperitivo-tijdperk officieel werd ingeluid. Vandaag de dag staan prosecco en spritz – in de lichtoranje Aperol-variant of de donkeroranje Campari-versie – hoger aangeschreven bij het dorstige vrijdagavondvolk. Er zijn ook mensen die meteen inzetten op een gin-tonic of negroni, ten tijde van schrijven ’s werelds meest geconsumeerde cocktail op basis van vermouth, Campari en gin.
Bij elke slok van zo’n heerlijk drankje neemt de eetlust toe. Op dat moment bots je op de limieten van de aperitivo. Je staat op een prachtig plein onder een parasol lekker te kletsen, maar de chips en stukjes pizza volstaan niet meer. Je hebt behoefte aan inhoud, maar vindt het jammer om de vrolijke drukte in te ruilen voor een stil restaurant dat voor acht uur ’s avonds niet op gang komt.
En dus bedacht een geniale Italiaan (hij of zij verdient een lintje) op een gegeven moment de apericena, een buffet met proeverij van verschillende gerechten die je ook in een restaurant zou kunnen vinden. Pastagerechten, vlees en vis, peulvruchten, groenten… een goede apericena heeft voor ieder wat wils. En dus kan je met een glas en bord in je hand van het uitzicht en de gezelligheid blijven genieten.
Mijn eerste apericena staat me nog helder voor de geest. Het moet rond 2002 geweest zijn. Donatella en ik waren met de bus van Siena naar Florence gereisd om vrienden te bezoeken. Na een middag struinen tussen de dom en Ponte Vecchio bestelden we ergens een drankje op een terras. Geïntrigeerd door borden die leeg naar binnen gingen en vol weer naar buiten kwamen, besloot ik de zaak te inspecteren. Binnen trof ik een buffet waar menig bruiloft niet aan kan tippen. Grote schalen met allerlei lekkernijen pronkten op tafels met zwarte tafelkleden. Rinkelende glazen en Florentijns geroezemoes, achtergrondmuziek om het weekend mee in te luiden. Ik kende het woord apericena nog niet, maar ik was meteen verkocht.
Mijn collega koos bij zijn eerste apericena trouwens een spritz. Hij keek zijn ogen uit bij het buffet, waarna hij zich onder andere tegoed deed aan ravioli met pompoen en rosbief. Later vroeg hij de serveerster schuchter of hij nog een keer mocht opscheppen. Dat mocht uiteraard, lang leve de apericena! •
Archief