Mario il barbiere

Ik neem plaats in de leren stoel. Mario kantelt die met één voetbeweging naar achter zodat hij mijn haar kan wassen zonder de hele kapperszaak onder te sproeien. Terwijl Mario door mijn haar woelt kijk ik rond in zijn zwart-witte interieur. De ruimte van drie bij vijf staat vol met bloemen en planten. “Ben je jarig?” vraag ik. “Nee, dat is voor mijn jubileum”, lacht hij.
Mario il barbiere knipt en scheert al vijftig jaar lang de mannelijke bevolking van Itri, een klein dorpje aan de Via Appia, halverwege Rome en Napels. En al die tijd heeft zijn schaar in deze kleine ruimte geknipt. Zijn zaak bevindt zich precies tussen de grove stenen van de Appia antica en het zwarte asfalt van de nieuwe weg die het gros van het verkeer verwerkt.


Mario is de pensioengerechtigde leeftijd al een aantal jaren voorbij. Maar hij heeft geen zin om thuis te gaan zitten. Dan verlies je toch het contact met de mensen, stelt hij. Minder gaan werken doet hij ook niet. Je knipt iedereen, of je knipt niemand. Terwijl hij het zegt, steekt een oud mannetje zijn hoofd naar binnen. Of Mario nog plek heeft vandaag. Die trekt een moeilijk gezicht en berispt de man gekscherend dat hij wat eerder zijn plekje moet boeken. Dan gaat hij met zijn potlood over de agenda en vindt aan het eind van het blad nog een gaatje.
In Turijn en Florence ga ik regelmatig naar een moderne kapper. Zo’n sfeervolle zaak die meer op een huiskamer lijkt. Met een espressomachine en hippe muziek. Toch ga ik liever naar Mario. Ik plan al jarenlang een kappersbezoekje wanneer we naar mijn schoonouders in Itri gaan.
Bij Mario kom je op een andere manier aan je koffie. Mario begint aan zijn knipbeurt waarbij hij de stoel elke paar minuten een beetje draait. Zo kijk je eerst in de spiegel, dan naar de wachtende klant die de Gazzetta dello Sport zit te lezen en tenslotte naar de open deur en de tafereeltjes die zich buiten afspelen. Ergens tijdens dat rondje stapt er iemand naar binnen met een luid “Weeeh, Mario! Caffè?” Afhankelijk van het tijdstip zegt Mario dan dat hij net koffie op heeft, of dat hij er vandaag al te veel heeft gedronken. Meestal pas ik ook beleefd, maar een echte Itrano doet minstens een tweede poging. “Dai, un caffettino?” En dan zeg ik, afhankelijk van het tijdstip, meestal ja.
Ik kom ook graag bij Mario omdat hij een voetbalfan is, zij het van de verkeerde club, Juventus. Ondanks het feit dat mijn hart voor Torino klopt, komen onze visies goed overeen. Mario is altijd op de hoogte van de laatste transferroddels, blessures en aanstaande topwedstrijden. Het wordt pas echt leuk als er klanten zijn met andere voetbalvisies. Dan wordt er op het scherpst van de snede gediscussieerd. Soms komen passanten op het lawaai af en wordt het een groepsgesprek.
Ondanks het gebrek aan een espressoapparaat is deze kapperszaak een volkshuis in miniatuur. Hier kunnen mannen ventileren, roddels uitwisselen en af en toe hun haar of baard laten knippen. Mario is een instituut, maar hij zal zelf de laatste zijn om dat te erkennen. •

Nederlander Roeland Scholtalbers verhuisde na 13 jaar Brussel terug naar Italië en pendelt tussen Turijn en Florence. Samen met zijn Italiaanse vrouw Donatella, zoontje Libero en dochter Gloria herontdekt hij de geneugten van het Italiaanse leven.

Nieuwsbrief

Advertentie

Bezoek Italië, Emilia Romagna

instagram