Scalpels en stethoscopen
Ewout Kieckens
Een Nederlandse vriend kwam aangestrompeld bij ons vakantiehuis in het noorden van Lazio. We hadden het riante huis gehuurd in acute coronavirustijd, toen het erop leek dat niemand meer op vakantie zou gaan. Het huis was daardoor prima geprijsd (dat moet je in Nederland er altijd even bij zeggen). De pandemie heeft ook zijn voordelen.
De kreupele vriend vertelde dat hij al drie weken uitstralende pijn had, laag in zijn rug. Hij ging zitten, maar dat ging maar met moeite, en we moesten twee kussens halen, en later een pijnstiller. Onze vriend zei dat de pijn met rust zou moeten overgaan.
Mijn vrouw en haar familie konden er met hun pet niet bij. Ik – na twee Italiaanse decennia – trouwens ook niet. Drie weken pijn en nog geen dokter gezien! Wíj hadden in dezelfde periode al vier keer de eerste hulp van het plaatselijke ziekenhuis bezocht. Een keer kwam zelfs de ambulance voor ons het terrein opgereden. Mijn vrouw was door een bij gestoken, waarna haar hand opzette als bij een van die hoofdrolspelers in ‘The return of the living dead’, een horrorfilm. Daarna werd ze nog eens gestoken en toen was het tijd om de ambulance te bellen. Als excuus kan ik aanvoeren dat ik er net die dag niet was en haar niet kon wegbrengen.
Een week later werd mijn schoonmoeder niet goed. Het leek op een TIA, ook al bleek dat uiteindelijk gelukkig niet het geval te zijn. Een dag eerder had ik mijn teen tegen de –terracotta trap gestoten, waarbij de nagel met negentig graden omhoog klapte. Het leek wel de skispringschans van Garmisch-Partenkirchen, met dat verschil dat het wit rood was. Het laatste stuk nagel werd er bij de eerste hulp (een dokter, twee verplegers) uit getrokken. Ik stond mijn mannetje… nadat ze me plaatselijk hadden verdoofd. Daarna nog twee keer terug om die teen door een verpleger te laten verbinden.
Het gehele akkevietje kostte mij – als Italiaanse belastingbetaler – 13 euro en 87 cent (dat meld ik erbij vanwege de hoge graad van Nederlandse gelukzaligheid die het teweegbracht).
Dit is het grote verschil: Nederlanders – en Vlamingen, desgewenst – rennen niet direct naar de dokter (en de publieke gezondheidszorg in Italië is goedkoop). Wij in Italië lopen hem of haar daarentegen plat. Mogelijk zijn Italianen wat angstiger als het om gezondheid gaat. Ze willen gewoon wat langer in leven blijven. Daar zit wel wat in. Het is niet zo dat Italianen onwetend zijn over de wereld van scalpels en stethoscopen, sterker nog, het lijkt wel een volk van zestig miljoen apothekers. Mijn Italiaanse dochter is veel beter geïnformeerd dan ik. Ze kent meer namen van medicijnen dan hoofdsteden in de wereld. Bijwerkingen? De kleine lettertjes zijn ook in goede handen bij de kleine meid.
Andere families gaan om de zoveel tijd naar het pretpark, wij geregeld naar het ziekenhuis. Van de week nog: dochterliefs voeten roetsjten over een metalen trap naar beneden. Ze gilde alsof ze op een mijn was gestapt. Haar elleboog was gebroken, dat was wel duidelijk. Op naar Bambino Gesù, hét kinderziekenhuis van Rome. Ik verheug me altijd als we daarheen gaan, ook omdat het gelukkig geen levensbedreigende situaties zijn. Je moet voor zo’n bezoek aan de eerste hulp altijd zo’n vier uur inplannen. Wat krijg je ervoor terug, behalve goede en goedkope zorg? Het mooiste uitzicht ter wereld! Terwijl ze bij de kleine een röntgenfoto maken, zit ik op een bankje voor de eerste hulp en zie ik zo het Vaticaan (waarvan het ziekenhuis eigendom is) en de Engelenburcht liggen. Als je opstaat zie je dat de gehele binnenstad aan je voeten ligt. En dan de omgeving! Dat bankje staat op een pleintje, eigenlijk een verbreding tussen twee paviljoens, de ingangspoort uit de tijd van paus Sixtus V en het gebouw van de eerste hulp, waar soms een ambulance wordt voorgereden. Iets verderop is de ziekenhuisbar. Je kunt ook een krantje kopen. Het barst er van ouders, kinderen, personeel, en het is er een aaneenschakeling van keuvelen, flaneren en druk telefoneren. Het is tenslotte Italië.
Alleen al voor zo’n flits van Italiaans leven zou ik als Hollander met rugpijn direct de eerste hulp induiken. •
Archief