Zonnebril
Roeland Scholtalbers
“Welke kant moet ik op voor Palazzo Vecchio?” Een oudere dame kijkt me doordringend aan. Dat denk ik tenminste, want ze draagt een oversized zonnebril. Ik knijp mijn blote ogen dicht, omdat de scherpe ochtendzon al zijn energie op mij lijkt te richten. Met mijn hand als luifel neem ik de vrouw beter in me op. La signora heeft allure. Perfect gekapt, lichte make-up. Parels in beide oren en een zwarte jas met moderne snit. En die pikzwarte Audrey Hepburn-zonnebril natuurlijk. “U bent er bijna, mevrouw”, leg ik uit. “De eerste straat rechts en dan loopt u na driehonderd meter Piazza della Signoria op.”
De dame bedankt me uitgebreid en vervolgt kwiek haar pad, terwijl ik mijn hand naar beneden haal. “Weer mijn zonnebril vergeten”, mompel ik binnensmonds. Ik woon alweer meer dan drie jaar in Italië en toch ligt dit onmisbare hebbeding meestal in een lade weg te kwijnen. Veertien Brusselse jaren lang had ik weinig aan een zonnebril. Helemaal ’s winters, wanneer de zon al haar stralen elders leek te richten.
In Italië is de zonnebril niet uit het straatbeeld weg te denken. Vier seizoenen lang. Op alle locaties. Sommige mensen zetten hun shades ook binnen niet af. Formule 1-fans kennen Flavio Briatore nog wel, met zijn onafscheidelijke lichtblauwe zonnebril. Maar ook minder beroemde Italianen stappen zonder schroom een café of de trein binnen met een donkere bril op hun neus. En niet alleen louche onderwereldfiguren of mensen
die een avondje stevig hebben doorgezakt.
Een zonnebril is hier een noodzakelijk item én een modeaccessoire. Italië heeft geen Blue Monday. Op de derde maandag van januari kun je met een beetje geluk (of pech) gewoon je kop verbranden. Er is niets zaliger dan ’s winters ergens buiten te lunchen en je pas te realiseren dat het winter is als de zon achter een wolk verdwijnt. Maar het is dus wel zo handig om je zonnebril altijd op zak te hebben. Daar gaat het bij mij meestal mis.
Na de ontmoeting met de modieuze oma let ik op alle zonnebrillen die ik op weg naar kantoor tegenkom. De meeste exemplaren passen bij een uitgekiende look. Een aviator-bril voor de man die zich Tom Cruise waant. Een carrièrevrouw met een vlinderzonnebril in de tint van haar mantelpak. Een transparant montuur voor de heer met de zijden ascot. Italianen kiezen merken en modellen die bij hun persoonlijkheid en stijl passen. De meeste mensen hebben hier meerdere zonnebrillen en gebruiken die bij de juiste gelegenheid. Bij mijn laatste bezoek aan de opticien keerde ook ik met twee zonnebrillen en een lege portemonnee huiswaarts. Een donkere bril voor overdag en een lichtere voor de aperitivo bij het zachte avondlicht. Ik viel meteen voor het overtuigende verkooppraatje.
Italië is marktleider op het gebied van optische hulpmiddelen bij zonnige omstandigheden. Luxottica, met hoofdkantoor in Milaan, is ’s werelds grootste fabrikant van brilmonturen en zonnebrillen. Italiaanse merken als Ray-Ban en Persol staan wereldwijd bekend om hun hoogwaardige materialen en tijdloze ontwerpen.
Achter de donkere glazen schuilt soms een prachtig verhaal. Neem het model 649 van Persol, voor cinefielen beter bekend als de bril van Marcello Mastroianni uit Divorzio all’italiana. Model 649 werd in 1957 gecreëerd voor Turijnse trambestuurders die een grote bril nodig hadden ter bescherming tegen lucht en stof. De bril kreeg een iconische status toen Mastroianni hem tijdens de Oscar-winnende film van 1961 droeg. Ik vraag me af of die bril mij ook iconisch zou staan. Als ik hem niet thuis laat liggen natuurlijk. •
Archief