Man van de krant
Het is zondagochtend. Florence slaapt nog, afgezien van enkele Amerikaanse scholieren die huiswaarts strompelen na een lange warme nacht. Donatella en ik zijn er vroeg bij. We gaan richting zee om de kinderen op te halen van een schoolkamp. De stad is zondagochtend op haar best. Mensen hoeven niet naar hun werk en het toeristische gekrioel begint pas als de zon boven de daken komt. Het San Marco-plein ligt er vredig bij. Voor de deur van de Galleria dell’Accademia, waar normaal gesproken rijen mensen aanschuiven om Michelangelo’s David te bewonderen: één grote leegte. Iets verderop kruisen we een man met twee kranten onder zijn arm die hij net contant heeft afgerekend bij een kleine kiosk. Het is een stevig beige-roze pakket. Naast de Corriere della Sera, met de zondagse literatuurbijlage, neemt de besnorde zestiger ook La Gazzetta dello Sport mee. Het tafereeltje – dat je van Milaan tot Messina kunt tegenkomen – doet me glimlachen.
Ik denk terug aan mijn eerste weken in Italië. Ik was achttien, mijn taalcursus moest nog beginnen en ik was zielsalleen in Siena. Ik wilde zo snel mogelijk Italiaans leren, maar vooral ook opgaan in het lokale leven. Voor 1500 lire kocht ik dan La Repubblica, die ik na een straffe espresso begon te ontleden. Als ik wat krap bij kas zat, las ik de krant van een van mijn favoriete cafés.

Vijfentwintig jaar later is de papieren krant hier gelukkig nog deel van het straatbeeld, ondanks de opmars van digitaal nieuws dat ook Italiaanse mediahuizen onder druk zet. De keuze is enorm, en dat is een van de charmes van het Italiaanse krantenlandschap. Of je nu geïnteresseerd bent in de nationale politiek, de regionale roddels, de laatste transfergeruchten of de culturele agenda, er is altijd wel een publicatie die aan je wensen voldoet. Van de Corriere della Sera en La Repubblica, die vaak de toon zetten voor het nationale debat, tot de meer regionaal georiënteerde bladen zoals Il Messaggero in Rome of La Stampa in Turijn. Elk met zijn eigen karakter, eigen lezerspubliek en eigen kijk op de zaken.
De meerdere dagelijkse sportkranten vinden ook gretig aftrek. Italië is een sportgek land, en dat zie je terug in de kiosken. De discussies die voortvloeien uit een La Gazzetta-kop kunnen hele koffiebars stil krijgen, of juist tot verhitte debatten leiden. Een van mijn zomerse guilty pleasures is om op mijn strandbedje een volledig beeld te krijgen van alle voetbaltransfers.
De Italiaanse kranten staan ook bekend om hun talloze bijlages. Het is bijna een kunstvorm op zich. Van magazines over wonen en interieur tot reiskaterns en uitgebreide weekendgidsen. Deze bijlages zijn vaak van hoge kwaliteit, met prachtige foto-grafie en uitgebreide artikelen. Ze bieden een welkome afwisseling op het dagelijkse nieuws en verbreden de bijdrage van de krant. Die biedt niet alleen informatie, maar is ook een bron van inspiratie en vermaak.
Een paar uur later staan we aan de boulevard van Marina di Pietrasanta. We hebben de kinderen weer in onze armen gesloten en staan op het punt om een duik te nemen. Wacht, zeg ik. Ik jog terug naar een kiosk die we net gepasseerd zijn. Even later sluit ik weer aan met een beige-roze pakket onder de arm. Vandaag blijven mijn digitale abonnementen ongebruikt. Op het strand gaat er niets boven knisperend krantenpapier. •
Archief



