Artisjok-spritz

In de zomermaanden presenteren voetbalclubs hun nieuwe kloffies voor het aanstaande seizoen. Fans kijken halsreikend uit naar dit moment. AS Roma-fans zijn in de zevende hemel met hun nieuwe witte uitshirt, dat niet zou misstaan op het centre court van Wimbledon. Ik beklaag me bij een vriend dat de tenues van Torino wederom meer van hetzelfde zijn.
Een paar dagen later valt mijn oog op de nieuwe tricots van Venezia. Dat brengt goede herinneringen terug. Eind jaren negentig kocht ik in de lagune het shirt van mijn Uruguayaanse idool Álvaro Recoba. Nummer 11 op de rug en een oranje-groene Venetiaanse leeuw op de borst. In de nieuwe jaargang dragen de Venetianen een elegant shirt, grijs met oranje-groene accenten en de lijnen van een wereldkaart, refererend aan de gloriedagen van de Serenissima Repubblica di Venezia. De ‘serene’ republiek was eeuwenlang politiek relatief stabiel en invloedrijk op het wereldtoneel.
Op de borst van het nieuwe shirt pronkt de naam van de sponsor, Cynar, een kruidenbitter op basis van artisjokken. Maar het valt mij vooral op dat onder de merknaam het woord ‘spritz’ staat. Als lief-hebber van de Campari-spritz, die wat minder zoet is dan de Aperol-spritz, en sporadisch drinker van de Hugo-spritz, met vlierbloesem, is deze combinatie mij onbekend. Ik stuur een berichtje naar mijn fietsmaatje Marco. Na een compliment over het nieuwe shirt van zijn club, vraag ik de geboren en getogen Venetiaan naar zijn ervaring met Cynar-spritz. “Wij dronken onze spritz vroeger met Select, een lokaal bitter”, laat hij weten.

Niet volledig tevreden met dit antwoord zoek ik verder. Dat Cynar een wat oubollige reputatie heeft onder de amari, de kruidenbitters, dat weet ik al. Maar het drankje blijkt wel degelijk innig verbonden met Venetië. Het werd net na de Tweede Wereldoorlog gecreëerd in Mestre, dat vanaf het vaste-land op Venetië uitkijkt. Ondanks alle schampere opmerkingen was ondernemer Angelo Dalle Molle ervan overtuigd dat je met de schubachtige artisjok, carciofo in het Italiaans, een goed likeurtje kon maken. Dat lukte hem. Sterker nog, door een slimme marketingcampagne werd Cynar meteen een succes.
Ik besluit een fles in huis te halen. Mijn broer, zus en schoonzus zijn op bezoek, een goed excuus om een spritz-experiment uit te voeren. Mijn zus Marloes wil wel even met de bronskleurige drankjes poseren, maar twijfelt na de eerste slok over haar oordeel. “Die nasmaak is wel wat bitter, hè?” Dat beaamt de rest, maar ik suggereer dat het misschien juist het sterke punt is van deze spritz – al die andere varianten zijn zo zoet. Donatella wijst op het alcoholpercentage, dat met 16,5% hoger is dan van Aperol, maar een stuk lager dan van onze geliefde Campari. De Cynar-spritz valt verder goed in de smaak. Wanneer ook vrienden aansluiten voor een paar dagen vakantie, is de fles Cynar al snel leeg. Hoe je zo’n artisjok-spritz maakt? Heel eenvoudig: twee derde prosecco, een derde Cynar. Met eventueel een scheutje bruiswater erbij. Ik fleur het drankje bij elke gelegenheid op met een ander accent uit eigen tuin. Een takje rozemarijn, munt, basilicum of een net geplukte vijg. Een perfect recept tegen ‘de sleur van het moderne leven’, vrij naar een beroemde Cynar-reclame uit de jaren zestig. •

Nederlander Roeland Scholtalbers verhuisde na 13 jaar Brussel terug naar Italië en pendelt tussen Turijn en Florence. Samen met zijn Italiaanse vrouw Donatella, zoontje Libero en dochter Gloria herontdekt hij de geneugten van het Italiaanse leven.

nr. 6, 2025

Nieuwsbrief

Advertentie

Bezoek Italië, Emilia Romagna

instagram