Basilica van Neptunus
Rosita Steenbeek
De zon valt op de dolfijnen die de achterkant sieren van het Pantheon. Ook de schelpen die uit hetzelfde witte marmer zijn gehakt, glanzen in het winterlicht. Het zijn overblijfselen van de Basilica van Neptunus. Het Pantheon is mijn favoriete bouwwerk. Ik woon er om de hoek en loop er vaak even binnen, schuil er voor hitte of regen, zie hoe het er door de opening naar binnen plenst of hoe met Pinksteren rode rozenblaadjes neerdwarrelen. Het bleef zo goed bewaard omdat het in 607 al een kerk werd en daarom niet als bouwmateriaal is gebruikt.
Vroeger voerde een trap naar de ingang, waardoor het nog imposanter leek. Maar omdat het oorspronkelijke straat-
niveau inmiddels zeven meter lager lag, is die nu verdwenen onder de selci, de bestrating van vierkante steentjes. Jaren geleden ving ik een glimp van de treden op omdat er televisie-kabels werden vervangen. Tijdens de lockdown, toen er ineens een gat in het plein ontstond door een lekkage, lag het travertijnen plaveisel uit de tijd van keizer Hadrianus plots bloot. Telkens geeft de antieke stad een stukje prijs. Nu opnieuw: na jaren onderzoek en restauratie kunnen we ruimtes bezoeken van de Basilica van Neptunus.
Het is tien uur in de ochtend. Tussen de reusachtige zuilen staat een groepje van zo’n twintig mensen. Een jonge archeoloog zal ons rondleiden. De basilica is gebouwd in dezelfde tijd als het Pantheon, door Marcus Agrippa,
vertelt de archeoloog, “tijdens diens tweede consulaat”, zoals op het Pantheon staat geschreven.“Nu zouden we zeggen ‘Giorgia Meloni primo’,” zegt de man naast me tegen zijn tienerzoon.
Agrippa wijdde de basilica aan zeegod Neptunus na de grote zeeslag waarbij hij Marcus Antonius en Cleopatra versloeg. De basilica was rechthoekig, weten we van tekeningen uit de 16de eeuw. Na de brand van 80 na Christus werd niet alleen het Pantheon herbouwd door keizer Hadrianus maar ook de Basilica van de zeegod. In de 13de eeuw stortte het dak in. Een paus verhuisde een reeks architectonische decoraties naar het Vaticaan, een groot deel van de basilica ligt nu verborgen onder het palazzo van de Ecclesiastische Academie. De archeoloog gaat ons voor over een lagergelegen pad aan de rechterkant van het Pantheon, opent een hek dat altijd gesloten is en vervolgens een eeuwenoude bronzen deur. We staan in een kleine hoge kapel, schemerig verlicht. Boven het altaar hangt de icoon van Maria met kind die bij de wijding tot kerk in 607 in het Pantheon is aangebracht. We lopen verder door gangen met muren van antiek metselwerk. “Het lijkt erop dat het Pantheon verbonden was met de Basilica van Neptunus”, zegt onze gids.
We gaan houten trappen op, lopen langs muren waarop fragmenten van versieringen zijn bevestigd. Net als buiten dolfijnen, schelpen, drietanden, maar ook kapitelen, stukken van beelden, met marmer ingelegde wanden. Bakstenen met stempels uit de tijd van keizer Hadrianus bevestigen dat tegelijk met het Pantheon deze basilica werd herbouwd. Ongetwijfeld zal er een groot beeld van Neptunus hebben gestaan. Ik kijk naar de blauwe lucht door de halfronde ramen die ik tot nu toe alleen van de buitenkant zag.
Na een tijd te hebben rondgedwaald, dalen we weer af, lopen door andere antieke gangen tot we onverwacht het Pantheon inkijken uit een onverwachte hoek, schuin tegenover de officiële ingang. Snel maak ik een foto, maar we mogen door deze deur naar binnen. De gids vertelt honderduit, dat meeuwen niet door de opening in de koepel naar buiten kunnen vliegen maar door de voordeur moeten worden begeleid. Dat hij het betreurt dat regina Margherita die hier ook begraven ligt vooral bekend is van de pizza terwijl ze zoveel deed aan sociaal werk, voor de kunsten en ook bergen beklom.
“Ik heb wel zin in een margherita”, zegt de tienerzoon.
“Naast de zuilengalerij van de Argonauten waarvan je resten ziet links van het Pantheon, zit een goede pizzeria”, weet de gids. •
Archief