Palatijnse gravin
Rosita Steenbeek
Het is al donker wanneer ik over de Piazza Farnese loop, naar het naburige pleintje met de kerk van Santa Catharina della Rota. Mijn vriendin Lidy Peters, die al heel lang in Rome woont, wordt opgenomen in de oudste broederschap van het Vaticaan, de Venerabile Arciconfraternita di Sant’Anna de’ Parafrenieri, gesticht in 1378. Parafreno betekent paradepaard en oorspronkelijk bestond de broederschap dan ook uit mensen die verantwoordelijk waren voor de paardenstallen van het Vaticaan, met onder meer het paard van de paus. Maar de paus verplaatst zich niet meer te paard en het Vaticaan heeft geen eigen stallen meer. Nu maken de broeders, en tegenwoordig ook zusters, zich op andere wijze verdienstelijk. Lidy valt deze eer ten deel omdat ze al jarenlang bemiddelt tussen de Nederlandse media en het Vaticaan, waar ze kind aan huis is.
Door de openstaande deuren van de kerk zie ik mensen in lange witte mantels. Een man komt me tegemoet, vraagt naar mijn naam en wijst me de stoel die voor me is gereserveerd naast Mieke Lamers van de KRO, een andere vriendin van Lidy. Het gangpad tussen de kerkbanken is bedekt met laurierblad. Mieke en ik worden hartelijk begroet door de Nederlandse monseigneur Karel Kasteel, apostolisch proto-notarius van de broederschap, die vraagt of onze plaats wel goed genoeg is, ons vervolgens even voorstelt aan een elegante dame van in de tachtig met grote parels in haar oren, principessa Elettra Marconi, de dochter van de uitvinder van de radio, en aan principessa Borghese uit een geslacht dat pausen en kardinalen leverde en dat de sleutels van Petrus in het familiewapen draagt.
“De prins van Slovenië is verhinderd, maar ik zoek twee plaatsen naast elkaar.” Dat is niet nodig, we zijn zeer tevreden met onze plek.
De mis wordt gecelebreerd door aartsbisschop Georg Gänswein, die veel in de media is, als prefect van de pauselijke huishouding en persoonlijk secretaris van emeritus paus Benedictus XVI. Er klinkt fraai gezang, geur van wierook mengt zich met die van de laurier en dan is het moment van de ‘inkleding’ aangebroken. Een rij heren en een enkele dame stelt zich op in het gangpad, allen in het zwart, met de witte mantel over de arm. Een voor een worden ze naar voren geroepen: Professore gevolgd door een klinkende naam, signore, maestro, dottoressa. “Eccomi! Daar ben ik”, schalt het antwoord.
Ooit was dit een voorrecht voor de hooggeplaatsten, maar nu kunnen mensen uit alle rangen en standen toetreden tot de broederschap. Zo is er een rechter van de Rota, de Vaticaanse rechtbank die zich bezighoudt met huwelijkszaken, een man die daklozen schildert rond de Sint-Pieter en ervoor heeft gezorgd dat een dakloze vriend die plotseling overleed werd begraven binnen de muren van Vaticaanstad. Ook de man die de liften bedient in het Vaticaan. ontvangt vanavond zijn witte mantel met de wapens van de broederschap erop geborduurd. Om de beurt knielen ze neer, om in een mist van wierook de mantel om de schouders gedrapeerd te krijgen.
Na afloop is er een buffet in de sacristie van een zeer oude kerk die is geïncorporeerd in de Cancelleria waar de rechtbank van het Vaticaan zetelt. Ik bewonder de plafondschilderingen terwijl de prosecco wordt ontkurkt. Monseigneur Karel Kasteel stelt me voor aan de laatste sediario. “Een heel bijzondere man die de laatste zes pausen van dichtbij heeft gekend.” Ik druk de vriendelijke, goedgeklede heer een hand. Hij heeft de pausen gedragen op hun stoel totdat dit gebruik werd afgeschaft, wat hij betreurt. “Paus Paulus VI was bang voor trappen en daarom moesten we hardop de treden tellen.” Ook de kist van paus JP II heeft hij gedragen, wat hem zeer ontroerde, en verder is hij betrokken bij ontvangsten in het Apostolisch Paleis.
“Aan welk bezoek heeft u de mooiste herinnering?”
“Dat van de Nederlandse koninklijke familie. Dat was zo ongedwongen.”
Het Vaticaan is een hof en daarom heeft Lidy de titel ‘palatijnse gravin’ ontvangen.
Wanneer ze in de bus stapt groet ik haar: “Tot gauw contessa palatina.” •
Archief