De Orde van Malta
Rosita Steenbeek
Wanneer ik langs de Keizerfora wandel, zie ik boven het Forum van Trajanus altijd die vlag wapperen van de Orde van Malta, rood met een achtpuntig wit kruis. De vlag hangt tussen de antieke zuilen van die weergaloze loggia waar je heel af en toe op een zomeravond mensen ziet tafelen bij het licht van fakkels. Soms zie ik de Maltezer ridders bij pontificale missen in de Sint-Pieter of de Santa Maria Maggiore, in hun rode of zwarte mantels met prominent het achtpuntige kruis erop. De loggia troont op de resten van het antieke Rome tussen het Forum van Trajanus en dat van Augustus. Vanochtend is er een uitzonderlijke openstelling en grijp ik mijn kans. Achter de immense muur die keizer Augustus liet oprichten om zijn forum te scheiden van de Suburra, de beruchte volkswijk, wacht een blonde dame het kleine groepje belangstellenden op. Daar is de toegang tot het huis van de ridders. Ze vertelt dat de geschiedenis van de Maltezer Orde terugvoert naar een ziekenhuis in Jeruzalem dat in 1023 met geld uit Amalfi werd gebouwd voor de pelgrims en dat gewijd was aan Johannes de Doper. Oorspronkelijk waren het benedictijner monniken die de zieken verzorgden. Een eeuw later werden de hospitaalbroeders een eigen orde, I cavalieri di San Giovanni di Gerusalemme en konden ook leken lid worden. Na de eerste kruistocht wijdden ze zich behalve aan de zieken ook aan de verdediging van het christendom.
Intussen volgen we de blonde dame enkele treden omhoog, een deur door naar een oude eenvoudige kerk met ronde bogen van simpele steen, houten banken met rode kussens gesierd door het bekende kruis: de kerk van Johannes de Doper. Op het altaar staan engelen in het kostuum van de ridders. Deze kerk bestaat tot onze verrassing pas sinds 1946 toen de Maltezer ridders na eeuwen terugkeerden naar deze plek. Het huis was in de 12de eeuw voor hen gebouwd maar in 1566 verhuisden ze naar een villa op de Aventijn.
“Die muren lijken antiek”, zeg ik.
“Dit was een stuk van het huis van Sestus Pompeius waar in 1946 een kerk van is gemaakt.”
Ik ben verbluft. Pompeius, de grote veldheer die in de eerste eeuw voor Christus Syrië en Palestina veroverde en die het eerste theater liet bouwen van steen, waar Caesar werd vermoord en waar ik bovenop woon. Nooit had ik gedacht nog eens door zijn huis te lopen. We gaan nog een trap op, naar een hoge zaal met kleurige vlaggen. De dame vertelt dat de acht punten van het Maltezer kruis verwijzen naar de acht zaligsprekingen uit de Bergrede van Jezus. Nederigheid en zorg voor zieken staan hoog in het vaandel en de mensen die zij helpen worden dan ook ‘Onze Heren en Dames de armen en zieken’ genoemd. Op twee 16de-eeuwse landkaarten is te zien dat de Maltezer ridders rond het hele Middellandse Zeegebied te vinden waren, ook in Noord-Afrika, in het nu Libanese Tripoli en in het Syrische Homs waar hun fameuze burcht ligt, Krak des Chevaliers.
Van Jeruzalem weken ze uit voor de oprukkende Ottomanen naar Cyprus, van daar naar Rodos en vervolgens naar Malta waar ze streden tegen de Ottomanen en uiteindelijk werden verjaagd door Napoleon. Na de Tweede Wereldoorlog kregen de ridders dit unieke gebouw terug van de Italiaanse staat. Ze bezitten geen land meer, maar zijn nog steeds soeverein met 13.500 leden, 80.000 vrijwilligers en 20.000 betaalde leden – voornamelijk artsen.
We wandelen een volgende zaal in met kariatiden die het Forum van Augustus sierden dat achter de ramen ligt. Dan betreden we de loggia met de antieke zuilen, de sierlijke bogen, de vlag, waar Rome aan onze voeten ligt en vanwaar de paus vroeger het volk zegende.
Toen ik onlangs in Libanon was bij vluchtelingenopvang door Italianen, vertelden ze dat ze veel steun krijgen van artsen van de Orde van Malta. De Orde is actief in negentig landen, in ziekenzorg bij rampen en oorlogen.
Weer beneden loop ik nog even naar het Forum van Augustus en kijk naar de raampjes in de antieke muur waar ik net achter stond. ✦
Archief