De ratten van Rome

Rosita Steenbeek

‘De schoonmaker heeft een rat gesignaleerd beneden in de cortile’, vertelde Viviana, die aan de overkant van de binnenhof woont. ‘Je moet een roostertje kopen voor op de afvoer van je terras.’ Het zal zo’n vaart niet lopen denk ik. Ik woon een stukje hoger en in al die jaren heb ik hier nog nooit een rat gezien. Wanneer ik mijn planten besproei stroomt het water door een gat in de hoek van het terras vlotjes weg. ‘Een teken hoe slecht het gaat met Rome’, zei Viviana, die veel voor de stad doet als voorzitter van L’Associazione abitanti del centro di Roma. ‘Door de afval rukken niet alleen ratten, maar ook meeuwen, kraaien en kakkerlakken op.’
In de vele warme maanden laat ik ’s nachts de deuren naar het terras open. Tegen de ochtend voel ik eindelijk wat koelere lucht mijn huisje binnenstromen die zich even later mengt met de geur van koffie gezet door Viviana.
Het is te vroeg voor koffie, een uur of vier, wanneer ik een zachte plof hoor. Dat zal mijn tasje zijn dat van het bed rolt. Ik val weer in slaap totdat ik iets voel op mijn door een laken bedekte voet. Ik slaak een kreet terwijl ik overeind spring, doe het licht aan, zie niks. Ik had naar Viviana moeten luisteren. Deuren dicht, maar als hij nog binnen is? Ik loop door het huis, stamp op de grond, roep. Muisstil blijft het.

Uiteindelijk kruip ik weer in bed, toch maar met de deuren open. Een rat, wat kan hij doen? Het is makkelijker voor mij om hem op te eten dan hij mij. Dan denk ik aan het verhaal van mijn vader over een oom van hem bij wie een rat door de broekspijp omhoogvloog die hij vervolgens doodkneep vlakbij zijn keel. Misschien was het alleen om zijn dochtertjes te doen griezelen. Hij wilde ons voorbereiden op het echte leven en dat was geen zoet sprookje. Het schijnen intelligente beestjes te zijn, eigenlijk hebben ze wel een leuk snuitje. Ze worden zelfs als huisdier gehouden. Met deze overwegingen tracht ik de kalmte te bewaren tot ik geritsel hoor in een hoek van de ruimte. Ik spring weer op, licht aan, loop met stampende stap in de richting van het geluid en daar schiet hij langs me heen, naar de openstaande deuren die ik achter hem sluit. Hij zal wel weer door de afvoerpijp terug zijn naar de Romeinse onderwereld.
De volgende dag ga ik naar de ijzerwinkel. ‘Ik ben een rat tegengekomen op mijn terras.’ De jongeman kijkt me strak aan. ‘Dat lijkt me geen plezierige ontmoeting.’ ‘Hij heeft me niks gedaan maar ik heb geen behoefte aan een weerzien.’ Nou, dat begrijpt hij wel, zegt hij met nadruk en open­gesperde ogen.
‘U houdt niet van ratten?’ vraag ik.
‘Ik heb zelfs een fobie. Erover praten vind ik al vreselijk.’
‘Ik wil het wel afhandelen met een collega?’
‘Nee, nee, hoe groot is het gat?’ Hij haalt een roostertje. ‘U moet het wel vastmaken want anders kan hij…’ Hij maakt een gebaar met zijn schouder.
‘Omhoogduwen.’
Hij knikt.
‘Bent u ook bang voor muizen?’
‘Net zo erg. Kent u de film Ratatouille van Walt Disney? Die maakte me onwel zonder dat ik hem zag. Alleen al het idee dat hij draaide en de affiches.’
Het aantal ratten hangt regelrecht samen met de hoeveelheid afval op straat, vertelt een bekende gedragsbioloog, lid van de vermaarde ‘Academie van de lynxen’, waar Galileo Galilei al lid van was. ‘Ze zijn niet agressief. De ouders maken de kleintjes
duidelijk dat mensen geen roofdieren zijn, vandaar dat ze zich rustig met hen mengen en je hen zelfs op klaarlichte dag kunt tegenkomen op de Piazza Navona.
Er is overigens wel begonnen aan een derattizzazione, zegt men.
In Rome heten ze net als bij ons ratto, van het Romeinse rattus. Dat geeft hen iets klassieks. Er wonen meer ratten in Rome dan mensen dus het zou gek zijn indien ik het niet een keer over hen had.

 

 

Schrijfster Rosita Steenbeek verhaalt over haar dagelijkse leven in Italië.

Nieuwsbrief

Advertentie

Bezoek Italië, Emilia Romagna

instagram