Engelse thee in Rome
Rosita Steenbeek
Wanneer we wandelend door de Via Condotti Café Greco passeren, zegt mijn moeder: ‘Zullen we niet liever daarheen?’
We waren er eerder, in dit café dat ruim tweehonderdvijftig jaar bestaat en waar Goethe, Gogol en Stendhal al koffiedronken, maar nu wil ik haar eindelijk Babington’s laten zien, de Engelse Tea Room die onlangs zijn honderdvijfentwintigjarig jubileum vierde. Bij mij duurde het ook even voordat ik in Rome de Italiaanse koffie liet staan voor een Engelse thee. Maar deze Engelse Tea Room is typisch Romeins, verzeker ik mijn moeder.
Even later staan we op de Piazza di Spagna bij de smetteloze Fontana della Barcaccia en kijken in het late middaglicht naar de Spaanse trappen, met rechts ervan het Keats en Shelley-huis en links een statig achttiende-eeuws palazzo, eveneens ontworpen door de architect van de trappen. Naast de ingang van het palazzo hangt een grote tegel van travertijn waarop in bronzen letters ‘Babington’s Tea Room’ geschreven staat. Lang geleden ging ik er wel eens zitten lezen of aantekeningen maken vanwege de rust. Onlangs is de Tea Room in de oorspronkelijke staat hersteld, zodat het er weer uitziet zoals de twee jonge Engelse ladies het in 1893 hadden bedacht die op hun Grand Tour besloten in Rome te blijven en hun spaargeld te steken in een salon waar je thee kon drinken en een krant of boek lezen. Het was een riskante onderneming, want behalve aan een Engels publiek dat daar tijdens de Grand Tour op adem kon komen, hoopten ze op Romeinse bezoekers, maar Italianen dronken geen thee en thee kon je dan ook alleen krijgen bij de apotheek.
We gaan naar binnen waar we vriendelijk worden toegeknikt door dames gestoken in een klassiek grijs kostuum met strikken op hun achterwerk. Een van hen begeleidt ons langs ouderwetse houten vitrines vol verlokkelijke taarten, naar de roze hoek. We mogen plaatsnemen op fluwelen kussens aan een donker houten tafeltje vlakbij de open haard waar een vuur in knappert. Op de schoorsteenmantel tikt een pendule. De muren zijn gesierd met prenten en een groot schilderij van Anna Maria Babington. In de aangrenzende zaal hangt een portret van haar vriendin en mede-oprichtster Isabel Cargil wier achterkleinkinderen hier nu de scepter zwaaien.
Je kunt tegenwoordig ook koffie krijgen en cocktails, maar natuurlijk bestellen we een high tea, net zoals de gesoigneerde Italiaanse heer aan het tafeltje naast ons. Het is stil, de mensen spreken op gedempte toon. Een van de serveersters gooit nog een stuk hout in het vuur.
De tearoom had meteen succes, ook bij de Romeinen. Zelfs tijdens het fascistische bewind dat niet bepaald dol was op de Engelsen, bleef de tearoom open. In deze eerste ruimte zaten de zwarthemden terwijl in de achterzaal antifascistische kunstenaars en intellectuelen elkaar troffen die binnenkwamen via de keuken. Ons tafeltje wordt vol gezet met zilveren kannen, zeegroene kopjes en een etagère waarvan de drie borden beladen zijn met kleine sandwiches, warme scones waar koningin Victoria zo van hield, een potje huisgemaakte aardbeienjam en een potje slagroom. In de jaren van het Dolce Vita was dit een plek waar filmsterren graag kwamen. Liz Taylor en Richard Burton hadden hier tijdens het draaien van ‘Cleopatra’ hun geheime afspraakjes en Fellini, die vlakbij woonde, was verslaafd aan de ham-kaasmuffins. Elsa Morante had een speciaal hoekje waar ze al kettingrokend haar meesterwerken schreef.
Ook nu zitten er opvallend veel Italianen, die ongewoon getemperd spreken. De heer naast ons vraagt bijna fluisterend om extra slagroom. ‘U weet, ik ben verslaafd aan uw clotted cream.’
Toen ik mijn buurvrouw vertelde dat we hier thee gingen drinken zei ze. ‘Ik heb heel wat afgevochten met Chiara en Rory.’ Dat bleken de namen van de huidige eigenaars, neef en nicht. ‘Ze wilden tafeltjes en parasols voor de deur zetten. Je maakt toch geen knieval voor het massatoerisme?!’ En zo heeft de voorzitster van de ‘vereniging van bewoners van het centrum van Rome’, een echte Romeinse, ervoor gezorgd dat Babington’s authentiek Victoriaans Engels is gebleven. •
(Illustratie Edith Buenen)
Archief