Staatsbanket

Rosita Steenbeek

De Piazza del Quirinale is nog leeg. Een bries tempert de hitte. Voorzichtig loop ik op mijn hoge hakken in mijn avondjurk over de sampietrini. Op deze hoogste heuvel van Rome bouwden de Sabijnen een heiligdom voor hun god Quirinus, vandaar de naam.
Een paar agenten drentelen rond de beelden van Castor en Pollux die hier ooit de thermen van Constantijn opluisterden terwijl de obelisk werd weggehaald bij het mausoleum van Augustus. Daarachter ligt het Quirinaal, een van de grootste paleizen ter wereld. Op het Ak Saray in Turkije na is dit de royaalste residentie, twintigmaal groter dan het Witte Huis. Hier woonden dan ook dertig pausen totdat die plaatsmaakten voor een reeks van vier koningen die op hun beurt in 1948 hun plek moesten afstaan aan een president. Op de toren wappert naast de Italiaanse vlag ook de Nederlandse.
Na het tonen van de uitnodiging voor het staatsbanket ga ik door de monumentale poort. Terwijl ik mijn best doe niet te nadrukkelijk te kijken loop ik langs een lijfwacht, lid van dat speciale corps van de carabinieri dat de president en zijn gasten beschermt. Behalve dat ze minstens een meter negentig moeten zijn, wat velen ruimschoots overtreffen, moeten ze harmonieus zijn gebouwd. De man draagt een gouden helm waar een gouden leeuwenkop uit oprijst, met in plaats van manen een lange zwarte paardenstaart. Via trappen kom ik in een met renaissanceschilderingen versierde zaal waar obers rondgaan met prosecco en hapjes. Behalve landgenoten herken ik een flink aantal Italiaanse politici, maar ook ontwerper Valentino die de bruidsjurk maakte van onze koningin. In een volgende luisterrijke zaal worden de namen van de gasten afgeroepen waarna we onze gastheer de president, zijn dochter (die de plaats inneemt van haar overleden moeder), onze koning en de in het rood gehulde koningin een hand drukken. De ogen van president Mattarella zijn opvallend blauw. Hij is Palermitaan, telg uit een adellijke familie. Zijn broer is omgelegd door de maffia. Via een brede trap waar op elke tree zo’n reus staat met leeuwenkop boven het gehelmde hoofd die allemaal tegelijkertijd hun sabel heffen, bereiken we een grote ruimte waar een hoefijzervormige tafel is gedekt. Het licht van de kroonluchters en kandelaars met kaarsen wordt weerkaatst in de vele spiegels. Ik vind mijn plaats tussen twee aardige tafelheren, de Italiaanse ambassadeur in Nederland en een naaste medewerker van de president. Bij het kleurige bloemenservies staat een rij gegraveerde glazen waarvan er een is gevuld met spumante. De president staat op, spreekt hartelijke woorden over de verbondenheid van Nederland en Italië, de verantwoordelijkheid die ze hebben in deze tijden vol problematiek zoals onder meer het vluchtelingendrama. Ook noemt hij een van de grondleggers van Europa, Erasmus en Giro-winnaar Dumoulin. Na afloop gaat iedereen staan en heft het glas. ‘Voor de goede verstaander worden er hele belangrijke dingen gezegd,’ fluistert de ambassadeur, ‘niet alleen over de bilaterale betrekkingen.’ De koning spreekt op zijn beurt hartelijke woorden, eveneens over verantwoordelijkheid maar ook over zijn liefde voor Italië en het vele dat we aan il bel paese te danken hebben. Wederom wordt geklapt en geklonken. De lichten van de kroonluchters doven, de ruimte wordt enkel nog verlicht door de kaarsen in de gouden kandelabers op tafel.
In het rood geklede obers gaan rond met zilveren schalen vol zaligheden en bij elke gang verandert de wijn van kleur. Mijn andere tafelheer zegt het de hoogste tijd te vinden dat schrijvers zich over de vluchtelingenkwestie buigen. Hij moppert ook nog even over Trump die ze onlangs over de vloer hadden. De koffie wordt geserveerd in een andere prachtzaal waar ik even praat met collega Ilja uit Genua en met voetbalheld Clarence Seedorf die uit Milaan overkwam. Wij Nederlanders zijn de laatsten die vertrekken. Buiten kijken we naar de lichtgevende koepel van de Sint Pieter. De Nederlandse vlag die net boven ons hoofd wapperde ligt weer in de kast. Ritmische stappen weerklinken; door de poort komen twee mannen in wit uniform gemarcheerd. Ze nemen de plaats in van twee anderen die stoer naar binnen stappen, waarna de poort langzaam dichtgaat.

 

Schrijfster Rosita Steenbeek verhaalt over haar dagelijkse leven in Italië.

Nieuwsbrief

Advertentie

Bezoek Italië, Emilia Romagna

instagram